Er zijn vier verschillende noordrichtingen te onderscheiden. Wanneer je gaat navigeren met behulp van een (wandel-) kaart en een kompas is het goed om te weten wat deze verschillende noordrichtingen zijn.
Inhoudsopgave
Magnetische noorden
Het magnetische noorden is de richting die een kompas aangeeft. De kompasnaald richt zich namelijk naar het magnetische veld dat de aarde omringd. Het sterkste magnetische veld ligt in het noorden van Canada. Dit wordt dan ook het magnetische noorden genoemd. Niet overal en op elke willekeurige tijd zal de kompasnaald dezelfde richting uitwijzen. Dit heeft twee verschillende redenen. Ten eerste is het magnetische veld niet overal op de aarde gelijk. Ook wijzigt het magnetische veld in de loop van de tijd. Er is ook een verschil tussen het magnetische noorden en het geografische noorden. Dit verschil wordt declinatie of magnetische declinatie genoemd. In sommige landen is er bijna geen verschil en in andere landen (rond de polen) kunnen er enkele tientallen graden verschil zijn. Op je kompas kan je dan een declinatiecorrectie uitvoeren.
Goed om te weten:
Declinatie: Het verschil tussen het magnetische noorden en het geografische noorden
Afwijking: Het verschil tussen het geografische noorden en het kaartnoorden
Miswijzing: Declinatie + afwijking
Geografische noorden: Het “échte” noorden
Het geografische noorden is één van de vier verschillende noordrichtingen. Het is een punt in de Noordelijke IJszee waar de aardas de aardbol snijdt. Omdat de lengtelijnen in het echt bol zijn en op de platte kaart recht worden getrokken kan er een verschil zijn tussen het geografische noorden en het kaartnoorden. Dit verschil wordt ook wel afwijking genoemd. De afwijking is een vaste afwijking die per kaart kan verschillen. Je kunt de afwijking vinden in de legenda van de kaart. Vaak is de afwijking verwaarloosbaar, dit omdat hij meestal minder is dan 2 graden.
Kaartnoorden
Tegenwoordig is bij bijna alle kaarten het kaartnoorden gelijk aan de bovenste rand van de kaart. Dit is zo sinds de uitvinding van het kompas. Op wandelkaarten is er vrijwel geen verschil tussen het geografische noorden en het kaartnoorden. Het kaartnoorden is een lijn. Het zou zo kunnen zijn dat de kleine kaarten in bijvoorbeeld een wandelgids worden gedraaid omdat dit beter is voor de layout. Wanneer dit het geval is wordt er wel een noordpijl afgedrukt. Aan deze noordpijl kan je zien waar het geografische noorden is.
Interessant weetje: Heel vroeger was de bovenste rand van de kaart het oosten in plaats van het noorden. Dit omdat de zon in het oosten opkwam. Wanneer je als kaartlezer de kaart richting het oosten draaide noemde je dit oriënteren. Sinds het kompas (wat nauwkeuriger was dan de zon) is de bovenste rand van de kaart het noorden.
Gridnoorden of rasternoorden
Op kaarten en wandelkaarten zie je vaak een net van ruiten afgedrukt. Dit net wordt ook wel het raster of grid genoemd. Ieder land gebruikt hetzelfde raster. Op moderne kaarten wordt er gebruik gemaakt van het GPS grid dat het UTM Coördinatenstelsel volgt. Er is een afwijking tussen het kaartnoorden, het geografische noorden en het gridnoorden. Omdat de verschillen zo minimaal zijn, hoef je er gelukkig geen rekening mee te houden bij het oriënteren van de kaart.